Ricky van Wolfswinkel was afgelopen zaterdag de matchwinner tijdens Sparta – FC Twente. De spits mocht na een overtreding op Michel Vlap aanleggen vanaf elf meter en dat was nog wel even een dingetje. Zijn laatste strafschop schoot hij hoog over. Dit was in de bekerwedstrijd tegen SV OSS ’20.
“Tuurlijk zat die penalty tegen OSS nog in mijn hoofd, maar dat is nu wel weg”, zo erkent de spits in gesprek met Ten Voorde van de TC Tubantia. Door zijn vijfde doelpunt is hij nu alleen topscorer van FC Twente, maar onomstreden is hij zeker niet.
Van Wolfswinkel heeft dan wel vijf keer gescoord, maar slechts twee hiervan waren veldgoals. De overige drie waren strafschoppen. Langzaam begint de kritiek op de aanvaller toe te nemen.
De supporters hebben er moeite mee dat Van Wolfswinkel bovengemiddeld graag gaat liggen en ook voetballend valt het allemaal wat tegen. De roep om Ugalde groeit met de week, zo ook afgelopen zaterdag tijdens de rust tegen Sparta. Jans greep niet in en dat bleek een juiste keuze want uiteindelijk was het Van Wolfwinkel die de winnende scoorde. Toch weet ook Van Wolfswinkel dat het allemaal beter kan en moet.
“Mijn statistieken zijn oké (vijf goals en drie assists, red.), maar ik heb niet echt goed gespeeld de voorbije weken. In het begin had ik door de week nog wel eens een pijntje, maar ik word nu fitter en beter.”
Zelf denkt Van Wolfswinkel wel te weten waar het probleem ligt. “Het is anderhalf jaar geleden dat ik in dit ritme heb gezeten van elke week een wedstrijd spelen. En dat merk je. Je kunt trainen wat je wilt, maar je kunt wedstrijden niet nabootsen.”